Vruchtbaarheidsproblemen

Veel fokkers proberen ieder jaar een veulen te fokken met hun merrie, maar dat is geen vanzelfsprekendheid. Bij paarden komen met regelmaat vruchtbaarheidsproblemen voor. Qua vruchtbaarheidscyclus wordt het paard gezien als het meest onvruchtbare landbouwhuisdier. Dit komt onder meer door de sterk variërende hengstigheden, zo is het percentage waarbij er een eicel vrij komt en er dus een bevruchting kan plaatsvinden in februari minder dan 20% en het kan meer dan 80% zijn in mei of juni.

Ook komt een baarmoederontsteking regelmatig voor bij paarden. Hiervoor zijn verschillende redenen, meestal gaat het om bacteriën maar ook gisten en schimmels kunnen een oorzaak zijn. Bij wat oudere merries komen vaak cystes voor, dit zijn vochtblaasjes in de baarmoeder die er uiteindelijk voor kunnen zorgen dat een embryo zich moeilijker kan innestelen. Verder kunnen er vruchtbaarheidsproblemen van hormonale aard zijn. 
Onvoldoende drachtigheidsresultaten zorgen voor economische schade, want het is een kostbare aangelegenheid, en ze beperken de genetische vooruitgang. Daarom zeggen fokkers wel eens dat hun meest vruchtbare merrie, ook hun beste fokmerrie is. Daarbij is het elk jaar genieten van een veulentje.