Veiligheid door vaccinatie

Als eigenaar ben je verantwoordelijk voor de gezondheid en het welzijn van je paard of pony. Bepaalde ziektes kan je voorkomen door tijdig in te enten.

Bij het injecteren van het vaccin wordt een kleine hoeveelheid van de ziekteverwekker ingespoten waartegen gevaccineerd wordt. Het paardenlichaam reageert daarop door antistoffen aan te maken, waardoor hij er beter tegen beschermd is. Bovendien voorkom je hiermee ook verspreiding van ziektes naar andere paarden. De basisenting zoals in Nederland gebruikelijk bestaat uit een enting van het vaccin tegen influenza, een soort paardengriep. Deze enting moet de eerste keer binnen drie weken tot drie maanden herhaald worden, en vervolgens ieder jaar.
Controleer dit ook goed in het paspoort! Meestal wordt de influenza-enting gecombineerd met een enting tegen tetanus. Deze bacterie kan voor infecties zorgen bij open wonden en dankzij deze enting kan veel ellende worden voorkomen. Naast deze standaardentingen kan er worden gekozen om te enten tegen Rhinopneunomie, een virus dat een drietal verschijningen telt.
Er kan geënt worden tegen de verkoudheidsvorm, de abortusvorm en de neurologische vorm, hoewel de resultaten van het enten hiervan wisselend zijn. Een andere zeer besmettelijke bacteriële ziekte is droes, waarvoor vanaf de leeftijd van vier maanden kan worden geënt. Ook deze enting heeft een eigen entingsschema en moet regelmatig worden herhaald om bescherming af te dwingen. In Nederland is alleen de jaarlijkse influenza/tetanus-enting verplicht.