De tussenpees (ook wel interosseus of suspensory) bevindt zich in de voor- en achterbenen van het paard en vormt een belangrijk onderdeel van het bewegingsapparaat. Het is de meest bekende blessure bij (sport)paarden. Hierbij kan sprake zijn van aanhechtingsproblemen of (grotere) beschadigingen van de pees. Helaas worden deze blessures vaak pas laat (in een meer chronisch stadium) ontdekt. Om deze blessure te kunnen voorkomen is het belangrijk deze beter te begrijpen.
Door een combinatie van overrekken, overgestimuleerde peescellen en onvoldoende tijd om te herstellen van inspanning komen er kleine veranderingen in het peesweefsel. Als dit niet tijdig wordt onderkend kunnen kleine beschadigingen ontstaan die stijfheid met zich meebrengen. Door de variatie in stijfheid in de pees kunnen er vervolgens scheurtjes ontstaan (overbelasting). Dit komt bij sportpaarden vooral voor ter hoogte van de aanhechting van de pees op het pijpbeen.
Ook jonge paarden met grote bewegingen kunnen aan de voorbenen problemen aan de tussenpees krijgen ter hoogte van de aanhechting.
In het achterbeen is de tussenpees opgesloten tussen de botstructuren en de fascie (een stevig vliesje) en deze kan daardoor bij beschadiging niet uitzetten. De pees loopt zo nog meer schade op en doet pijn omdat de zenuw bekneld raakt (compartimentsyndroom). Ook kunnen standsafwijkingen een oorzaak zijn.
Tussenpeesblessures zijn te herkennen aan o.a. verminderde prestaties, kreupelheid of onregelmatigheid, zwelling, warmte en/of pijnlijkheid bij buigen, maar worden vaak pas laat ontdekt. Pijnlijkheid is echter lang niet altijd aanwezig.
Naast signalering van de symptomen en klinisch onderzoek, zijn er verschillende manieren om tot de diagnose te komen; verdovingsonderzoeken en echografie, eventueel aangevuld met 3D-echografie (UTC-scan), röntgenopnamen en MRI-/CT-scans.
De prognose is meestal goed voor blessures in het voorbeen en redelijk goed voor blessures in het achterbeen. Hierbij spelen de hoeveelheid ouder littekenweefsel, het gebruik van het paard, de plaats en omvang van de blessure en hoe lang deze al aanwezig is een rol. Tussenpeesblessures komen helaas vaak weer terug.
Voor een goed herstel is het geven van de juiste beweging, passend bij het stadium van herstel van de pees, essentieel. Ook aquatraining en braces kunnen helpen om de belasting op de pees beter te reguleren.
Naast beweging zijn er therapieën die, afhankelijk van het stadium, de locatie en het type blessure, ingezet kunnen worden. Denk hierbij aan inspuitingen van de pees (stamcellen, PRP, PRGF, IRAP), shockwavetherapie, lasertherapie en koelen van het been. In ernstige gevallen kan een chirurgische ingreep uitkomst bieden.
Tussenpeesblessures zijn te voorkomen als je weet waar de pees zich bevindt en bij welke oefeningen je deze belast, zodat je de pees kunt controleren op veranderingen en hier rekening mee kunt houden bij trainingen. Stel eventueel in samenwerking met je dierenarts en instructeur een passend trainingsprogramma op. Zorg ook dat je paard fit is, dat de interval voor het opnieuw beslaan of bekappen kort genoeg is, wissel de ondergrond en het type training af en voorkom overtraining.
Ten slotte is het mogelijk de pezen gedurende het wedstrijdseizoen te monitoren met behulp van bijvoorbeeld UTC-scans en het trainings- en wedstrijdschema hierop aan te passen.
Lees het volledige artikel over ‘Tussenpeesblessures bij (sport)paarden’ op Paardenarts.nl van Franklin Lashley (voorzien van veel en duidelijk beeldmateriaal!).