20 december 2018

Spierproblemen bij (sport)paarden

Problemen in de bespiering of spierbevangenheid komen geregeld voor bij paarden. Om dit te verhelpen moet worden gekeken naar het paard zelf, de training en het rantsoen. Als je paard tijdelijk meer energie nodig heeft, wanneer voer je dat dan? En wat te doen bij spierproblemen? In dit artikel lees je hier meer over.

Voeding voor spieren

Paarden hebben in hun spierbundels verschillende typen spiervezels. De verhouding is per paard verschillend door bijv. genetische aanleg en training, maar kan ook veranderen gedurende de tijd. Training helpt de spiervezels zich aan te passen aan het gevraagde werk. Spieren onttrekken energie uit de reserves in lever- of vetweefsel, maar hebben ook een eigen energievoorraad (glycogeen, oftewel glucose). Bij de meeste inspanningen wordt de glycogeenvoorraad maar weinig aangesproken, omdat vetzuren een gunstige energiebron zijn als de krachtinspanning niet zo hoog is. Zeer langdurige inspanning (bijv. endurance) of zeer intensieve korte inspanning (bijv. cross bij eventingsport) zal wel leiden tot verlies van de glycogeenvoorraden. Het aanvullen hiervan is niet te versnellen door meer krachtvoer te geven.
 
Een rantsoen van enkel ruwvoer levert suikers, vet en vezels. Een combinatie van ruwvoer en krachtvoer levert dezelfde variatie aan energiebronnen, maar in een andere verhouding. Krachtvoer bevat vooral zetmeel en suikers en soms extra vet. Om het rantsoen volledig te hebben mogen eiwit, mineralen en vitaminen niet worden vergeten. Een passend rantsoen is gebaseerd op de behoefte (en gevoeligheid) van het paard, de ruwvoerkwaliteit en -analyse en de discipline waar het paard voor ingezet wordt.

Als je paard voor een inspannende prestatie tijdelijk meer energie nodig heeft:
- Geef voor de prestatie geen krachtvoer (minimaal 3 uur) maar wel beperkt ruwvoer. Daarnaast geeft kauwen op ruwvoer de nodige afleiding en kan rustgevend zijn. Krachtvoer vult na de prestatie de tekorten weer aan.
- Bij een korte heftige inspanning > geef krachtvoer ca. 2 uur voor de prestatie. Bij inspanning van meer dan 20 min. of een later piekmoment werkt dit echter juist nadelig: de insulinepiek daalt, waardoor er een tijdelijk energiegebrek ontstaat. 

Spierproblemen

Wanneer er spierproblemen optreden en de oorzaak niet in het soort training te vinden is kan de oplossing in het rantsoen liggen. Veel voorkomende spierproblemen zijn:
 
- Verminderde bespiering: het rantsoen kan te weinig energie en te weinig eiwitten leveren of eiwitten die onvoldoende essentiële aminozuren bevatten. Ruwvoer is hierin vaak de onbekende factor: de variatie in het eiwitgehalte is groot. Zo kan ruwvoer van weinig bemeste gebieden erg arm zijn aan eiwit.
- Spierstijfheid: een tekort aan zout, soms in combinatie met te weinig drinken, heeft een nadelig effect op het herstelproces en stijfheid tot gevolg. Een rantsoen met veel eiwit kan leiden tot verzuring en dus ook reden zijn van spierstijfheid.
Spierbevangenheid: het paard breekt spierweefsel af, wat leidt tot pijnlijke spieren, veranderingen in het bloed en urine en soms tot veel zweetverlies. De oorzaak is een acuut energietekort op het moment dat de spier juist energie nodig heeft voor een inspanning. Dit kan ontstaan door overmatige inspanning, ernstige tekorten van zouten, spoorelementen of vitamine E, of een overmatige hoeveelheid zetmeel en suikers in het rantsoen. De oorzaak kan ook een van de erfelijke aandoeningen Polysaccharide Storage Myopathy (PSSM) of Recurrent Excertional Rhabdomyolysis (RER) zijn. Bij PSSM heeft het paard baat bij een rantsoen met weinig zetmeel en suiker. De ernst van PSSM is sterk variabel en daarmee ook de mate waarin het rantsoen moet worden aangepast. Voor paarden met RER moet gezorgd worden voor een rantsoen met weinig zetmeel en suiker en een verhoogd vetgehalte.
 
In het geval van acute spierbevangenheid kan de afbraak van eigen spieren alleen gestopt worden door het paard stil te zetten. Heeft het paard herhaaldelijk spierbevangenheid gehad en is het rantsoen gecontroleerd en op alle punten voor gezonde paarden prima in orde, dan moet gekeken worden of een aangepast rantsoen de aanvallen kan voorkomen. Hoe dat aangepaste rantsoen eruit moet zien, is afhankelijk van de ernst en de energiebehoefte van het paard. Dit vraagt maatwerk van een voedingsspecialist en een dierenarts.

Meer lezen?

Lees het volledige artikel ‘Voeding bij (sport)paarden met spierproblemen’ op Paardenarts.nl van Dr. Anneke Hallebeek, dierenarts en specialist veterinaire diervoeding.
 
Gerelateerd:
De basisprincipes van voeding en vertering bij paarden
Spierbevangenheid (tying-up, maandagsziekte) 

Logo Paardenarts