Heeft jouw paard een slechte adem? Maakt hij proppen van zijn ruwvoer? Of weekt hij zijn voer in de waterbak? Grote kans dat hij een gebitsafwijking heeft. Schakel daarom een dierenarts of gecertificeerde gebitsverzorger in. Doe dit niet alleen bij problemen, maar ook preventief!
Voorkomen is beter dan genezen. Ieder paard of pony heeft regelmatig een gebitscontrole nodig. Een onverzorgd gebit leidt namelijk tot pijn in de mond of andere gezondheidsproblemen. Bovendien speelt het gebit een belangrijke rol om fijn te kunnen rijden. Met een goed functionerend gebit blijft jouw paard in optimale conditie.
Een volwassen paard heeft in totaal 12 snijtanden: 6 onder en 6 boven. Ook bezit hij 24 kiezen. Hengsten en ruinen hebben daarnaast 4 hengsten- en ruinentanden. Ook worden veel paarden geboren met één of twee wolfstanden.
Het paard wisselt de snijtanden op 2,5-jarige, 3,5-jarige en op 4 à 4,5-jarige leeftijd. De melkkiezen wisselen al eerder. Dit gebeurt op 2,5-jarige, 3 en 3,5-jarige leeftijd. Rond 4,5 à 5 jaar is het paard uitgewisseld. Het wisselen van het melkgebit verloopt niet altijd vlekkeloos. De oude melkkies kan op de nieuwe kies blijven zitten. Dit noem je een ‘dop’. Doppen kunnen zorgen voor rij- en kauwproblemen. Een gebitsverzorger of dierenarts moet dit verwijderen.
Ook de zogenaamde wolfskiezen zorgen voor ongemak. Wolfskiezen zijn kleine kiesjes vóór de eerste kies, meestal in de bovenkaak, maar soms ook in de onderkaak. Ze hebben geen functie, maar kunnen wel voor moeilijkheden zorgen tijdens het rijden. Daarom is het verstandig om ze te preventief verwijderen. Dit moet vakkundig gebeuren, omdat wolfskiezen klein zijn en gemakkelijk breken. Ook restanten van de wortel veroorzaken ellende.
Een paard is een grazer. Zijn gebit is daar in de evolutie op aangepast. Hij gebruikt de snijtanden om het gras kort af te knippen. Daarna malen de kiezen het voedsel fijn en wordt het richting keel en slokdarm getransporteerd, zodat het eten kan worden doorgeslikt. In de natuur gebruiken paarden hun tanden en kiezen gemiddeld 18 uur per dag. Daar eten ze gras, struiken en takken. Onze gedomesticeerde paarden gebruiken hun tanden en kiezen een stuk minder. Ook eten relatief ‘zacht voer’, zoals kuilgras en weidegras. Hierdoor slijten de oppervlakten van het gebit niet gelijkmatig en onvoldoende af en ontstaan er problemen.
Zo kan het paard last hebben van ‘golven’. Wanneer de kiezen ongelijk afslijten, is er vanaf de zijkant van het paardengebit vaak een golvend patroon te zien. Dit maakt het kauwen lastiger en kan leiden tot verdere gebitsafwijkingen, zoals haken.
Veel paarden krijgen in hun leven te maken met haken. Als de kiezen niet gelijkmatig afslijten, ontstaan er scherpe punten. Dit maakt het voor een paard lastiger om te kauwen. Haken beschadigen het gehemelte, de lippen, tong en het wangslijmvlies. Ook zorgen ze tijdens het rijden voor problemen in de aanleuning en andere ongemak (zoals rugproblemen, onregelmatig lopen etc.).
Wist je dat ieder paard glazuurpunten heeft? Dat zijn richels aan de kiezen die zo scherp kunnen worden dat ze de wang en tong verwonden. De tandarts kan de glazuurpunten het beste ieder jaar preventief afronden.
Net als een mens kan een paard last krijgen van tandsteen. Tandsteen herken je aan de gele of bruine kleur op de tanden. Het kan op of onder de tandvleesrand zitten. Hierdoor raakt het tandvlees ontstoken. Heb je weleens van diastasen gehoord? Dan is er een ruimte tussen de tanden en kiezen waar voer zich ophoopt met alle gevolgen van dien. Ook kan het paard zijn tanden of kiezen breken. Daarnaast bestaan er verschillende aangeboren afwijkingen zoals een overbeet of onderbeet. Kortom: genoeg redenen om preventief het gebit van je paard te laten controleren!
Er zijn verschillende symptomen die op een gebitsafwijking wijzen. Denk bijvoorbeeld aan:
- Proppen maken
- Slechte eetlust of traag eten
- Vieze geur uit neus/mond
- Eenzijdige neus/-ooguitvloeiing
- Knarsetanden
- Vermageren
- Abnormale zwelling op de kaak
- Knoeien met krachtvoer
-Onrustig met hoofd/schudden/scheef/aanleuningsproblemen
- Bokken, staken
- Gedragsverandering
Heeft jouw paard last van een van bovenstaande symptomen? Wacht niet af, maar onderneem actie! Laat een paardentandarts of dierenarts het gebit regelmatig controleren. Begin op tijd met behandelen. Ideaal gezien is dat vanaf 2,5-jarige leeftijd. Totdat het paard vijf à zes jaar is, is aan te bevelen om twee keer per jaar een gebitscontrole te laten uitvoeren. Daarna is één keer per jaar meestal voldoende. Voor oudere paarden blijft gebitsverzorging belangrijk, omdat zij eerder last hebben van losse tanden en kiezen. Dit kan leiden tot ontstekingen van het tandvlees. Ook krijgen oudere paarden eerder last van de tandziekte EORTH. Dat is een tandziekte die enorm veel pijn veroorzaakt.
Heb jij een paardenverzekering bij EFO? Bij Ziektekostenverzekering Uitgebreid en Ziektekostenverzekering UitgebreidPlus wordt een behandeling van een gebitsaandoening voor 80% vergoed. Dat is wel zo prettig! Ook bij ziektekosten als gevolg van een ongeval krijg je dit percentage vergoed.
- Zorg voor voldoende ruwvoer voor je paard.
- Voer het ruwvoer vanaf de grond. Een hoog hangend hooinet kan haken juist verergeren, omdat de onderkaak in die positie niet volledig naar voren schuift.
- Begin op tijd met een (half)jaarlijkse controle. Laat een paard al op tijd wennen aan het kijken en voelen in de mond.
- Controleer het gebit van je paard zelf ook regelmatig. Kijk of het tandvlees mooi roze en egaal van kleur is. Komen er geen nare luchtjes uit zijn mond? Tel je boven en onder zes snijtanden? En zie je geen afgebroken snijtanden of hengstentanden?