Het rantsoen van ieder paard bestaat voor 70% tot 100% uit ruwvoer. Ruwvoer is daarmee niet alleen het belangrijkste onderdeel van het dagelijkse rantsoen van een paard, maar ook een thema dat iedere paardenhouder bezighoudt. Pavo voeradvies geeft antwoord op de meeste gestelde vragen rondom ruwvoer.
Het grootste verschil tussen hooi en voordroogkuil wordt veroorzaakt door de duur van drogen op het land en of het wel of niet in folie is gewikkeld. De meeste mensen denken dat hooi een hoger vezel- en suikergehalte bevat dan kuil en juist een lager eiwitgehalte. Uit duizenden ruwvoeranalyses van Pavo blijkt hier in de praktijk echter weinig verschil in te zitten.
De leeftijd van het gras bij maaien en het tijdstip van maaien zijn – zowel bij hooi als kuil – bepalend voor de voedingswaarden. In de volksmond wordt er vaak gesproken van een ‘vroege’ en ‘late’ snede. Bij een late snede is het merendeel van de suikers al door de plant verbruikt om te groeien. Voor paarden die gevoelig zijn voor suikers raden we dan ook aan om op zoek te gaan naar een late snede en dat ’s ochtends gemaaid is.
Let op: koeienkuil is iets anders dan voordroogkuil en is door de structuur, zuurtegraad en het suiker- en eiwitgehalte absoluut niet geschikt voor paarden!
In de natuur kauwt een paard veertien tot zestien uur per dag en maakt daarbij wel veertigduizend (!) kauwbewegingen. Hierdoor maken ze speeksel aan. Door de vele vezels in ruwvoer kauwt een paard vele malen langer op ruwvoer dan op krachtvoer en wordt er op deze manier dus veel speeksel geproduceerd. Een ruwvoermix, zoals Pavo DailyPlus, kun je mengen met krachtvoer om zo het kauwen (en daarmee de speekselproductie) te stimuleren.
Speeksel speelt niet alleen een belangrijke rol als glijmiddel voor voedsel; het neutraliseert ook het zure maagsap. Zuur maagsap is nodig voor de vertering van voedsel en voor het onschadelijk maken van bacteriën en andere ongewenste zaken. Kauwen en de constante aanwezigheid van voedsel in de maag werkt als een buffer voor maagzuur en dempt daarnaast de zuurgraad wat maagproblemen, zoals maagzweren, helpt voorkomen. Een ruwvoerproduct dat een positieve werking heeft op het maagslijmvlies is Pavo SpeediBeet. Deze snel wekende bietenpulp bevat 100% laag suiker bietenpulp met hierin pectine. Pectine is een oplosbare vezel die een dik slijm in het maagdarmstelsel vormt, wat het maagslijmvlies beschermt.
Naast het stimuleren van kauwen, hebben vezels in ruwvoer nog een andere belangrijke functie; ze voeden de bacteriën in de dikke- en blindedarm. Hierdoor zorgen ze voor een gezonde darmflora en kan je paard het als energiebron gebruiken.
Het dagelijkse rantsoen van een paard bestaat dus voor 70% tot 100% uit ruwvoer. Een paard moet dagelijks ongeveer 1,5 procent van zijn lichaamsgewicht aan drogestof uit ruwvoer binnenkrijgen. Droge stof is het ruwvoergedeelte dat overblijft als je al het vocht er uithaalt. Het drogestofgehalte verschilt sterk per ruwvoerproduct. Zo heeft gras een drogestofgehalte van 20-25%, voordroogkuil van 60-70% en hooi van 80-90%. Dit is best een ingewikkelde rekensom, dus makkelijker is het om uit te gaan van 1,5 tot 2 kilo ruwvoer per 100 kilo lichaamsgewicht per dag. Voor een volwassen paard van 600 kg moet je dus uitgaan van minimaal 9-12 kilo hooi per dag!
Met behulp van je zintuigen (geur, kleur en samenstelling) kun je een redelijke inschatting maken van de kwaliteit van hooi en voordroogkuil, al zegt dit lang niet alles over de voedingswaarde. Aan de buitenkant kun je bijvoorbeeld niet zien hoeveel suiker of eiwit er in het ruwvoer zit. Met de Pavo Ruwvoer QuickScan kun je een monster van jouw ruwvoer nemen en dit laten analyseren op suiker, eiwit en energie. Daarnaast wordt ook het drogestofgehalte gemeten. Let bij het beoordelen van de kwaliteit van ruwvoer ook altijd op schimmel, stof, giftige planten, onkruid en afval in de balen.
Naast de meest gebruikelijke ruwvoeders (gras, voordroogkuil en hooi) bestaan er verschillende soorten ruwvoeralternatieven. Je kunt een ruwvoervervanger voeren als je paard niet genoeg goed ruwvoer binnenkrijgt, bijvoorbeeld omdat hij een slecht gebit heeft of de kwaliteit van het ruwvoer slecht is. Ook als je paard mager/ schraal blijft, is het voeren van extra ruwvoer vaak beter dan (meer) krachtvoer te geven. Enkele ruwvoeralternatieven op een rijtje:
- Pavo DailyPlus: uitgebalanceerde ruwvoermix om door je krachtvoer mee te mengen voor extra lange eettijd en om het kauwen extra te stimuleren.
- Pavo FibreNuggets: hoogwaardige ruwvoervervanging (grasbrokken) van Duits Alpengras en –kruiden, geschikt voor alle paarden en pony’s.
- Pavo SpeediBeet: snelwekende, laagsuikerbietenpulp en de veiligste manier om extra supervezels toe te voegen en een goede maag-darmwerking te ondersteunen.
- Pavo FibreBeet: mix van SpeediBeet en luzerne en ideaal om magere (oude) paarden en sportpaarden met arme bespiering weer perfect in conditie te krijgen.
In principe zijn paarden gemaakt om non-stop te eten, dus is het antwoord nee. Het belangrijkste is echter wel dat de kwaliteit van het ruwvoer past bij de behoefte van je paard: drachtige merries en sportpaarden hebben bijvoorbeeld meer eiwit en energie nodig dan wanneer je niets tot weinig met je paard doet. Als je ruwvoer met een hoog energie-, eiwit- en suikergehalte geeft aan paarden die dit niet verbruiken, zal je paard hier eerder dik van worden dan van ‘arm’ ruwvoer met lage gehaltes. Met andere woorden: als je paard meer binnenkrijgt dan hij nodig heeft, zal je dit uiteindelijk wél terugzien aan zijn lichaamsomvang.
Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door Pavo.
Download dan de gratis ruwvoerspecial van Pavo en ontdek o.a. wat de gemiddelde ruwvoerkwaliteit is, hoe je ook oudere paarden voldoende ruwvoer kunt geven en de do’s en don’ts op het gebied van (ruw)voermanagement.
Download de ruwvoerspecial >